De reis van de held
De reis van de held
Kijk je met me mee achterom? Hier maak ik tijd om stil te staan bij dat wat ik geleerd heb in de Master Begeleidingskunde.
WAAROM IS EEN HELD NODIG?
In mijn handelingsonderzoek heb ik gezien dat professionals met toewijding en de beste intentie werken aan het behandelen van mensen met een psychische kwetsbaarheid. Toch lijkt er passie en betrokkenheid verloren te gaan onder systeemdruk en een behoefte aan controle. Goed werk, humanisering van het georganiseerde leven, ontstaat als iemand zich gezien voelt en er ruimte is om gevoelens en behoeften uit te spreken zodra persoonlijke waarden in het gedrang komen. Helaas lijkt er door de ontstane systeemverstrikking een tekort te komen aan het vervullen van verlangens en een toename aan irritaties, spanningen en het sluiten van het gevoel. Dit houdt mensen gevangen in het systeem. Daarom is een held nodig om het vraagstuk in beweging te brengen. Het doel is om de vastgezette waarheden te ontstroeven, de schijnwereld waar dingen niet echt op tafel lijken te komen mag zich tonen. Graag neem ik u mee op mijn heldenreis. De afbeeldingen zijn allen afkomstig uit Het weefsel der mensheid (Kingma, 2020)

DE HELD GAAT OP AVONTUUR
Op een dag gaat de held op avontuur naar het weefsel der mensheid om haar eigen begeleidingskundige koers te ontdekken. Met een aantal vragen onder de arm gaat ze op pad. Waarom raken we verstrikt in een systeem dat we per definitie zelf hebben ontworpen? Kunnen we ons een levenshouding aanmeten die niet met antwoorden en oplossingen komt, maar ons kan laten uithouden met het 'onbekende'? En hoe kan de begeleidingskundige mensen aanzetten tot een dialoog over de betekenisgeving van goed werk in de GGZ? Vanuit haar comfortabele bekende cognitieve wereld, maar met geraaktheid van de maatschappelijke vraagstukken, stapt ze de wereld van de GGZ binnen. GGZ is een oude bekende van haar. Een plek waar haar cognitieve wereld prima kan floreren. In eerste instantie slentert ze wat op haar gemak rond. Ze heeft lef, begroet de ander met haar open houding en humor. Ze is eerlijk en heeft een goed gevoel voor zelfspot. Zo maakt ze vrienden. De ander bewondert haar snelle associatieve conceptuele denkvaardigheid. Ze voelt zich hier comfortabel bij. Er ontluiken zich patronen die ze naarstig opschrijft en noteert in haar notitieblokje. In gesprekken deelt ze deze patronen van invloed, inclusie en affectie en het wordt duidelijk dat de ander verstrikt raakt in interacties met de ander (Vermaak, 2015). Ze heeft nog niet door dat ze hier zelf ook verstrikt in raakt. Mensen proberen haar voor het karretje te spannen of haar te overtuigen van hun gelijk. Hierdoor wordt ze zich bewust van de meervoudige partijdigheid van haar rol als begeleidingskundige. Door haar neiging zich aan te passen aan de ander vindt ze dit moeilijk. Ze is namelijk bang de relatie met de ander op het spel te zetten en afgewezen te worden. Diep in haar hart gelooft ze namelijk niet dat het haar gaat lukken haar gevoel en ratio in relatie tot de ander te bespreken. Ze gelooft niet dat ze de kwaliteiten heeft het verschil te maken. Snel drukt ze deze gevoelens maar weg. Die zijn nu lastig en komen even niet uit. Als kind leerde ze niet te spreken over gevoelens en als oudste leerde ze alles zelf op te lossen.
Soms kronkelt het pad wat en is in de verte zichtbaar waar ze naartoe wil. Maar naarmate ze verder loopt lijkt het pad steeds glibberiger te worden. Het maakt haar onzeker en een geeft haar een onbestemd gevoel van moedeloosheid. Het zet haar aan het twijfelen over haar kwaliteiten als begeleidingskundige. Maar toch knaagt er iets aan haar. Een gemis waar ze niet helemaal de vinger op kan leggen. Haar hoofd draait overuren, maar haar redenaties en conceptuele kennis helpen haar niet. Ze voelt spanning in haar lijf, haar oren suizen en ze wordt misselijk. Tijd om te voelen heeft ze niet, want het is al middag en ze heeft een opdracht te voltooien. Voordat het donker wordt, ontmoet ze een aantal wijzen die haar raadplegen die haar van informatie kunnen voorzien. Zo hoopt ze de vragen onder haar arm te kunnen beantwoorden.
Het weefsel der mensheid - Een ontmoeting met Carlijn Kingma (2020)
Carlijn tekent een kaart. Geen gewone kaart, maar een sociale kaart waar het weefsel der mensheid wordt afgebeeld. Carlijn leert haar dat we in wezen een sociaal weefsel zijn dat ziek kan worden, maar ook weer kan herstellen door de spieren te trainen. Ze nodig haar uit om heden, verleden en toekomst naast elkaar te zien. De held raakt geïnspireerd en overweegt haar kaart als kunstzinnige vorm te gebruiken voor haar begeleidingskundige praktijk. Hiervoor heeft ze de moed nodig om buiten het gebaande pad van haar conceptueel denken te gaan. Maar als kind hield ze al van kaarten en thuis heeft ze veel kaarten hangen. Daar kan het weefsel der mensheid wel bij. Ze besluit het weefsel mee te nemen op haar reis door de begeleidingspraktijk.
Het Vorkmodel – een ontmoeting met Rudy Vandamme
Zijn methodiek om groepsgesprekken te faciliteren en teams te coachen inspireert haar. Rudy tekent het vorkmodel met een takje in het zand. Hij leert haar dat teamontwikkeling gelaagd is en dat ik door gebruik van zijn model ontwikkelingsgericht te werk ga. De held besluit het model te delen met de teammanagers. Dit geeft gronding voor haar werk.

Nemen we waar wat we voor waar nemen? - Een ontmoeting met Marjorieke Glaudemans (2015)
In de werkplaats inspireert Marjorieke door haar verhaal over hoe alles samenhangt. Dat we als begeleidingskundige moeten blijven vragen als mensen hun vastgestelde waarheden voor waar nemen. Marjorieke waarschuwt haar voor het lineaire denken, waarin mensen de neiging hebben af te meten aan wat had moeten gebeuren volgens de door mensen zélf gestelde regels. Marjorieke inspireert haar door haar authenticiteit. Haar geraaktheid, een tinteling in haar hele lijf toont haar enthousiasme. Ze leert dat we anders naar complexiteit in organisaties kunnen kijken als we beseffen dat alles met elkaar samenhangt. Zonder bomen, geen papier en zonder papier geen wetten en zonder wetten geen systeemverstrikking. Door de systemische bril, die ze toevallig nog in haar zak heeft zitten, ziet ze dat er in de organisatie sprake is van disbalans in ordening en inclusie.
Inter-affectiviteit en kwetsbaarheid - Pamela den Heijer (2023) en Levinas (in Wolbink, 2023)
Pamela doet de suggestie haar emoties te onderzoeken en er bij te blijven. Ze beseft hoe naakt dit voelt als ze zichzelf onthult. Ze lijkt iets van zichzelf te verliezen. Zo wordt ze zich tijdens de reis steeds meer gewaar van haar affect en durft ze de mensen in de organisatie te blijven bevragen. Door haar zelfonthullingen raakt ze anderen en ontstaan er inter-affectieve leerervaringen. Levinas (Wolbink, 2023) onderbouwt dit met het inzetten van haar kwetsbaarheid. Hij leert haar dat mensen in verbinding met elkaar komen als zij hun geraaktheid met de ander delen: dan toon je kwetsbaarheid en ontstaat er ruimte in verbinding. Zo ontstaan er gesprekken over inter-affectiviteit.
Het lukt de Held niet om de weg terug te vinden. Ze lijkt verdwaald te raken. Het liefst wil ze op de paadjes blijven en doen zoals ze gewend is, maar die route lijkt de weg naar huis niet te brengen. Het word donker en ze heeft het idee dat ze verdwaald raakt.

Krochten van het bestaan – een ontmoeting met haar oude behoefte
Zonder dat ze het doorheeft staat ze met haar relaxte gympen ergens in de krochten van het bestaan. Het enige dat ze kan is rondjes draaien, want door de modder lijkt geen land te bezeilen. Op de oever ziet ze de mensen uit de organisatie. Zij zien niet dat ze vast staat en gaan gewoon door met wat ze al deden en bouwen naarstig aan een hekje voor hun tuintje: hun specialisme. Plots voelt de held zich zo eenzaam. Ze zou zo graag gezien worden en erkenning krijgen van deze mensen, maar ze zien haar niet staan. Ze weet het even niet meer.
Plek der moeite – een ontmoeting met Jan Kooistra (1988)
Waarom heeft zij zo hard gesleurd in de teamcoaching? Waarom lijken mensen zich te sluiten voor de affectieve gewaarwordingen en lijkt er zo weinig beweging te ontstaan? Ze twijfelt of anderen haar wel serieus nemen. Neemt zij zichzelf eigenlijk wel serieus? Ineens komen daar Jan Kooistra (1988), Levinas (Wolbink, 2023) en Pamela den Heijer (2023) aanwandelen. Ze zijn verheugd haar juist daar, ronddraaiend in de modder te zien. Jan feliciteert haar met het bereiken van de Plek der Moeite en adviseert deze plek te onderzoeken door te blijven bevragen. Gelukkig staan haar critical friends daar, haar redders in nood. Door hun vragen, warmte, liefde en grappen en grollen leert ze dat het avontuur een zoektocht is die met hen verrijkt kan worden. Door zich samen met hen op de Plek der Moeite te begeven weet ze de sleutel naar haar hart en ziel te vinden en plots raakt ze los uit de modder. Even twijfelt de held of ze dit alles wel aandurft. De Held verzameld moed en besluit de stoute schoenen aan te trekken en vervolgt haar pad terwijl de zon voorzichtig haar eerste zonnestralen op haar huid geeft.
BOHICA: Bend Over Here it Comes Again – een ontmoeting met de circuitmanager bedrijfsvoering
Onderweg naar huis komt ze de manager van de Boelen tegen. Er hangt een voelbare spanning tussen Just en haar die ze samen onderzoeken. Deze spanning leert ze dat de medewerkers de neiging hebben collectieve verantwoordelijkheid te vermijden door de BOHICA strategie. BOHICA is een samenvoeging van "Bend Over Here It Comes Again": een uitspraak van een ander in mijn handelingsonderzoek dat de rode draad voor dit onderzoek werd. BOHICA overkwam mij in eigen ervaren ervaren affectieve wendingen tijdens het onderzoeks- en begeleidingsproces. Momenten dat ik in mijn denken en uit mijn voelen ga, of andersom. Als begeleidingskundige benut deze BOHICA momenten als kleine signaaldragers van betekenisgeving voor het onderzoeksproces. Signaaldragers die mij iets willen vertellen over wat mij overkwam en waar het bij mij én de ander over gaat.